SV | Daartoe sloeg Jehu al de overgeblevenen van het huis van Achab te Jizreel, en al zijn groten, en zijn bekenden, en zijn priesteren; totdat hij hem geen overigen liet overblijven. |
WLC | וַיַּ֣ךְ יֵה֗וּא אֵ֣ת כָּל־הַנִּשְׁאָרִ֤ים לְבֵית־אַחְאָב֙ בְּיִזְרְעֶ֔אל וְכָל־גְּדֹלָ֖יו וּמְיֻדָּעָ֣יו וְכֹהֲנָ֑יו עַד־בִּלְתִּ֥י הִשְׁאִֽיר־לֹ֖ו שָׂרִֽיד׃ |
Trans. | wayyaḵə yēhû’ ’ēṯ kāl-hannišə’ārîm ləḇêṯ-’aḥə’āḇ bəyizərə‘e’l wəḵāl-gəḏōlāyw ûməyudā‘āyw wəḵōhănāyw ‘aḏ-bilətî hišə’îr-lwō śārîḏ: |
Daartoe sloeg Jehu al de overgeblevenen van het huis van Achab te Jizreel, en al zijn groten, en zijn bekenden, en zijn priesteren; totdat hij hem geen overigen liet overblijven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Daartoe sloeg Jehu al de overgeblevenen van het huis van Achab te Jizreel, en al zijn groten, en zijn bekenden, en zijn priesteren; totdat hij hem geen overigen liet overblijven.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!